Oog
Laserbehandeling van het oog
Wat is een laser?
Een laser kunt u het beste zien als een soort speciale gloeilamp, maar dan een gloeilamp die een heel dunne, felle en zuivere lichtstraal uitzendt. Via een microscoop kan deze lichtstraal gericht worden om in het oog een brandplekje te geven of weefsel te snijden. Er bestaan verschillende soorten lasers. Zij verschillen in kleur en sterkte van de lichtstraal. In de oogheelkunde worden vooral de Argonlaser en de Yag-laser gebruikt. Beide kunnen voor verschillende behandelingen gebruikt worden. Laserstralen hebben niets te maken met röntgenstralen of radioactiviteit. De excimer-laser (voor de behandeling van ‘brilafwijkingen’) blijft in deze folder buiten beschouwing.
Welke ziekten kunnen met een laser worden behandeld?
1. Scheurtjes in het netvlies
Gaatjes of scheurtjes in het netvlies kunnen leiden tot een netvliesloslating (ablatio retinae). Dit kan worden voorkomen door deze gaatjes of scheurtjes op hun onderlaag vast te ‘lassen’ met een laser. De behandeling is soms wat gevoelig en duurt 10 tot 20 minuten.
Figuur 1
2. Suikerziekte in het oog
Suikerziekte (diabetes mellitus) kan afwijkingen aan het netvlies geven (diabetische retinopathie). Met de laser is het mogelijk de beschadiging van het netvlies te vertragen of tot stilstand te brengen (niet te herstellen) en zo het gezichtsvermogen zo goed mogelijk te bewaren. Afhankelijk van de aard van de afwijkingen zijn één of meer laserbehandelingen nodig. Aangezien de beschadiging van het netvlies door suikerziekte gedurende langere tijd kan doorgaan, kan aanvullende behandeling later nodig zijn. De behandeling kan wat gevoelig zijn, vooral als grote delen van het netvlies gelaserd moeten worden en duurt 10 tot 20 minuten. Wanneer ook de ‘gele vlek’ gelaserd moet worden, kunt u na de behandeling vlekjes in uw gezichtsveld zien die blijvend zijn.
Figuur 2
3. Hoge oogdruk
Hoge oogdruk kan leiden tot een toenemende, blijvende beschadiging van de oogzenuw (glaucoom). Dit veroorzaakt verkleining van het gezichtsveld en leidt uiteindelijk tot blindheid. Een te hoge oogdruk kan verschillende oorzaken hebben. Bij het zogenoemde open kamerhoekglaucoom, kan met de laser de afvoer van het oog vergroot worden (lasertrabeculoplastiek). Bij het gesloten kamerhoekglaucoom maakt men de afvoer van het oog vrij door met de laser een klein gaatje te maken in het regenboogvlies (laseriridotomie, figuur 3b) en eventueel met een andere laser de iris af te vlakken (iris stretch; perifere iridoplastiek). Dit kan vaak ook in het acute stadium (acuut glaucoom) gedaan worden. De behandeling duurt 10 tot 20 minuten en kan gevoelig zijn.
![]() Figuur 3a |
![]() Figuur 3b |
4. Selectieve-Laser-Trabeculoplastiek (SLT)
Klik hier voor de folder over SLT-laser.
5. Andere aandoeningen
Meerdere afwijkingen van het netvlies kunnen aanleiding zijn voor laserbehandeling, b.v. een afsluiting van een bloedvat in het netvlies. Dit om te voorkomen dat er zich nieuwe bloedvaten gaan vormen in het oog, en soms om vocht in de gele vlek (macula-oedeem) te doen verminderen. Zie ook de NOG-folders ‘Arteriële vaatafsluiting’ en ‘Veneuze afsluiting’.
6. Hechtingen in het oog
Na een glaucoomoperatie kunnen de hechtingen in het oog met de laser pijnloos losgemaakt worden.
7. Nastaar
Na een staaroperatie (cataractoperatie) kan vertroebeling van het lenszakje van de oude lens ontstaan. De gezichtsscherpte vermindert dan weer. Men spreekt in zo’n situatie van nastaar. Met een laser kan een opening in het lenszakje ‘gesneden’ worden. De behandeling duurt enkele minuten en doet geen pijn.
Figuur 4
Hoe gaat een behandeling in zijn werk?
U meldt zich 30 minuten vóór uw afspraak op de polikliniek. Het oog zal worden gedruppeld alvorens de laserbehandeling uitgevoerd wordt.
In verband met overgevoeligheid voor licht is het in het algemeen prettig een zonnebril te dragen na de behandeling.
Bij de behandeling wordt een contactlensje op het hoornvlies geplaatst en vastgehouden door de oogarts. De laserstralen worden door deze lens heen gericht op de afwijking die behandeld moet worden.
Na de behandeling
Direct na de behandeling ziet u vaak minder scherp door de lichtflitsen en de oogdruppels die u heeft gehad. U kunt daarom niet zelf autorijden. Neem iemand mee die u helpt, doe dat ook als u met het openbaar vervoer komt. In geval van pijn na de behandeling kunt u een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetemol) nemen en het oog dicht doen. Wanneer de pijn langer dan 12 uur duurt, moet u contact opnemen met uw oogarts. U maakt zelf een afspraak voor een poliklinische controle na de behandeling.
Als u een laserbehandeling voor glaucoom heeft gehad, krijgt u een recept mee naar huis voor oogdruppels, waarmee u het behandelde oog moet blijven druppelen. Zonodig krijgt u ook tabletten om in te nemen. Als u voor de behandeling al oogdruppels gebruikte, moet u met de oogarts overleggen of u hiermee door moet gaan.
Wat te doen als u niet kunt komen
Als u door ziekte of om andere redenen niet naar uw afspraak kunt komen, bel dan zo snel mogelijk naar de polikliniek oogheelkunde. Als u wilt, kunt u direct een nieuwe afspraak maken.
Heeft u nog vragen?
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met Maashorst Oogkliniek, 0413-401956.
Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de commissie patiëntenvoorlichting NOG 2009 (www.oogheelkunde.org)