Niet-scherp zien ten gevolge van een
Niet-scherp zien ten gevolge van een refractieafwijking
- Bijziendheid
Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang dan worden de binnenvallende stralen te sterk gebroken. Ze vallen dan samen op een punt dat vóór het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld; men spreekt dan van bijziendheid. Bij bijziendheid kan men zonder bril dichtbij goed zien, maar veraf niet. - Verziendheid
Is het hoornvlies te vlak of het oog te kort dan vindt afbeelding van een voorwerp plaats achter het netvlies. Ook dan is het beeld niet scherp. Dit heet verziendheid. Bij verziendheid kan men zonder bril dichtbij niet goed zien, maar veraf dikwijls wel omdat de verziendheid door scherpstellen (accommoderen) soms gecompenseerd kan worden.
- Astigmatisme
Eveneens is het mogelijk dat het hoornvlies niet precies bolvormig is, waardoor de breking in de ene richting anders is dan in de andere richting; ook dit levert een onscherp beeld op. Deze afwijking heet astigmatisme. Ook andere anatomische afwijkingen kunnen astigmatisme veroorzaken.
- Ouderdomsverziendheid
Bij het ouder worden vermindert het vermogen van de ooglens om scherp te stellen voor dichtbij. Ongeveer vanaf het veertigste levensjaar begint dit verschijnsel op te treden. De meeste mensen die tot dan toe geen bril nodig hadden, zullen nu behoefte krijgen aan een leesbril.
Niet alle informatie in deze folder is op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met Maashorst Oogkliniek.
Maashorst Oogkliniek is bereikbaar op werkdagen van 8.15 tot 12.15 uur en van 13.00 tot 17.00 uur op 0413 – 39 33 33.
Buiten kantooruren zijn wij voor spoed bereikbaar op 0413 – 39 33 00.